Het verzuimbeleid is erop gericht om het verzuim van leerlingen tot een minimum te beperken en om te voldoen aan de wettelijke verplichtingen ten aanzien van de Leerplichtwet 1969. 

Verzuim betekent dat een leerling bij lessen of activiteiten van het lesrooster afwezig of te laat is. Om verzuim te kunnen constateren is het nodig dat de school op ieder moment van een lesdag weet in welke les een leerling zich zou moeten bevinden.  

Het Carolus kent een verzuimprotocol, dat moet bijdragen aan een sluitende aanwezigheidsregistratie van leerlingen. Daarbij is de inzet van ouders/verzorgers, leerlingen, mentoren, vakdocenten, onderwijs- ondersteuners, adjunct-directeuren en coördinatoren noodzakelijk. Ook moet er waar nodig samengewerkt worden met onze ketenpartners: leerplicht, RMC en de jeugdarts van de GGD.  

In het verzuimprotocol zijn alle vormen van verzuim (geoorloofd en ongeoorloofd) opgenomen, alsmede afspraken over registratie en opvolging van geoorloofd en ongeoorloofd verzuim.

Ziekteverzuim
De verzuimcoördinator neemt na afwezigheid van 3 dagen contact op met ouders, verzorgers en de leerling. Er wordt geïnformeerd naar de persoonlijke omstandigheden en de aanleiding voor het verzuim. De verzuimcoördinator informeert de coach en de leerlingcoördinator over dit contact.

Als het verzuim langer duurt, wordt in eerste instantie contact gelegd door de coach. We spreken dan onze zorgen uit over het langdurig verzuim. Waar nodig kunnen andere functionarissen worden betrokken bij dit verzuim.

Na drie weken ziekte verzuim gedurende het schooljaar heeft de coach opnieuw contact met ouders, verzorgers. Het gaat dan in totaal om meer dan 70 uur verzuim. Na meer dan 70 uur ziekteverzuim of afwezigheid komt de schoolarts in beeld. Als een leerling hier bovenuit komt en wij maken ons zorgen over de belastbaarheid en de ondersteuning die wij hierin moeten/kunnen bieden, vragen wij de schoolarts na het informeren van ouders/verzorgers om de leerling samen met de ouders op te roepen. De schoolarts zal dan samen met de ouders/verzorgers en de leerling kijken wat er speelt. Vervolgens kan de schoolarts ons als school adviseren over de belastbaarheid en samen met ons kijken wat we aan ondersteuning kunnen bieden.